Tussentijdse info/richtlijnen vanwege de NELOS
----------------------------------------------

Mei 2001 (met onmiddellijke ingang):

   Gebruik O.S.B. (oppervlakte signalisatie boei) of baken:

      Voor duiken in open milieu (zee, meer, rivier, Oosterschelde of
      andere plaatsen waar stroming, aanzienlijke golfslag of scheepvaart
      kunnen verwacht worden) en voor decompressie duiken, MOET de
      duikleider steeds de OSB bij zich hebben (dit is trouwens aanbevolen
      voor alle duikers).

      Hij dient ze te gebruiken in volgende situatie's:
      - wanneer de plaatselijke reglementen het opleggen
      - op vraag van de schipper
      - op eigen initiatief, wanneer:
        - de scheepvaart een concreet en rechtstreeks gevaar inhoudt (in
          principe mogen wij daar sowieso dan niet duiken, maar je kan 
          steeds daar terechtkomen als je afgedreven bent, enz.)
        - de stroming de duikploeg te ver zou afdrijven
        - de duikleider vermoedt dat de boot de duikers aan de oppervlakte
          omwille van v.b. golfslag en andere omstandigheden die het zicht
          beperken, niet vlot kan waarnemen.
        - hij het nodig acht tout court (o.a. ingeval van problemen of 
          v.b. bij een nodige toepassingen van de verliesprocedure).
          Voor wat de verliesprocedure betreft ingeval van een duikploeg
          met meerdere duikers, is het logisch dat de duikleider zelf naar
          de oppervlakte gaat, maar hij kan overwegen de rest van de ploeg
          op (veiligheids)trapdiepte achter te laten met de OSB.

       p.s. Dit betekent vb. dat als je in de Oosterschelde een trap
            aan het maken bent tegen de kant je uiteraard die boei NIET
            dient te gebruiken omdat die boei in dat geval geen enkele
            toegevoegde (veiligheids)waarde heeft en alleen maar 
            hinderlijk is. Maar als duikleider MOET je wel nog steeds
            je OSB bij hebben natuurlijk.
  
 
   Proef C12 (voor 3* duiker): trap op -3m na een duik naar 30m

      Bij deze proef doet vanaf heden de kandidaat zijn trap van 5 minuten
      op 3 meter, zoals voorheen. Bijkomend in de nieuwste versie van deze
      proef ontplooit hij/zij de OSB en maakt nog een extra trap van 1 min
      op 3 meter. Voor het veilig ontplooien van de OSB mag de kandidaat
      eerst even terug afdalen tot 6 meter.


30 maart 2003: de proeven C3 en D3 (stijgen zonder mondstuk) zijn afgeschaft.